De vraag naar veenvrij geteelde gewassen blijft groeien. De komende jaren zal die vraag, vooruitlopend op wetgeving in het Verenigd Koninkrijk, naar verwachting ook blijven groeien. De stap naar het veenvrij worden is een grote, beseft ook het bedrijf Jiffy, dat veenvrije substraten heeft toegevoegd aan hun productportfolio. Voor ieder gewas zoekt het bedrijf naar een veenvrije oplossing.
Nog altijd is er geen geldende wetgeving over het gebruik van veen in het Verenigd Koninkrijk”, vertelt productmanager Miguel Meneses namens Jiffy. Dat zit er op termijn wel aan te komen. Het jaar 2026 klinkt. „Maar vanuit de publieke opinie ontstaat er nu al een bepaalde druk. Retailers reageren daarop en willen gezien worden als groen. Als reactie daarop willen zij dat telers de stap maken naar een veenvrije gewasproductie.” Die ontwikkeling gaat in een razendsnel tempo. „Bij Jiffy – gespecialiseerd in innovatieve en duurzame groeioplossingen – zijn we al langer bezig met substraten met minder veen. Vanuit Sri Lanka leveren we al vanuit drie fabrieken producten gebaseerd op kokos. Het is wellicht niet wat mensen verwachten, omdat het van ver komt, maar de CO2-voetafdruk hiervan is erg laag.”
Mengsel
Jiffy nam dus een voorsprong in de productie van veenvrij substraat. Al is dat best een uitdaging. „Er is geen grondstof die veen één op één kan vervangen”, weet Meneses. „Dus moesten we op zoek naar een mengsel met andere grondstoffen die, wanneer je ze op de juiste manier combineert, veen wél kunnen vervangen” Dat is gelukt. „We hebben inmiddels vijf verschillende types houtvezels, vijf types kokos, twee types pijnboomschors, vier soorten mineralen, twee typen compost en vier types klei. Al deze middelen maken bij elkaar een sterke mix op de veenvrije markt.” Daarmee heeft Jiffy niet alleen een oplossing die werkt, maar ook één die voldoet aan de hoogste eisen. Of een kweker in veen blijft telen, dat zonder veen wil doen of een andere oplossing zoekt, dat is aan hen. „Maar wat een kweker ook besluit, wij zoeken naar een oplossing die aan zoveel mogelijk eisen voldoet.”
Minder
Maar hoe toegankelijk is de stap naar een vermindering in veengebruik? „De overstap naar een mix met een verminderd percentage aan veen is makkelijk”, vindt Meneses. „Met een mix dat dertig procent aan veen bevat, behoud je het grootste deel van de voeding en de pH-regulering die veen biedt.” De grote stap zit ‘m in het volledig veenvrij worden. „Je komt in een moeilijker stadium. Het wordt moeilijker om op dezelfde infrastructuur door te gaan met telen. Als sierheester- of boomkweker vertrouw je op je grond om de pH en het waterniveau te reguleren. Een veenvrije grond heeft veel meer aandacht nodig.” En daarom is het volgens de productmanager vaak nodig om maatwerk toe te passen. Dat doet Jiffy dan ook. „Het proces begint met het onderzoeken van het mengsel dat een teler nu gebruikt. Aan de hand daarvan proberen we een veenvrij substraat te ontwerpen waar de teler behoefte aan heeft en qua prestatie zo goed als gelijk is. We zoeken naar een oplossing die zo veel mogelijk lijkt op de grond met veen erin.”
Wensen
Persoonlijke aandacht, dat is volgens Meneses belangrijk in het traject naar het veenvrij worden. „We bieden een reeks standaard veenvrije mixen, maar dat is enkel het startpunt. Bij Jiffy beseffen we ons dat we het beter kunnen doen als we bij een gebruiker te weten komen wat de wensen zijn voor het gewas.” Accountmanagers van Jiffy bezoeken de kwekerijen dan ook niet met een catalogus, maar vragen naar de motieven om de stap te maken naar een veenvrij substraat en de benodigdheden van het gewas. „Dan rolt er altijd een mix uit die geschikt is voor de kweker.” „In onzekere tijden”, vervolgt Meneses. „zijn telers gebaat bij een partij die bereid is om de capaciteit te bieden die een klant nodig heeft. En een partij met de juiste mensen die helpen bij het zetten van een stap naar het veenvrij worden. Jiffy kan dat allebei bieden.”